KNIESCHIJF (PATELLA) KLACHTEN
Het kniegewricht bestaat uit het scheenbeen (tibia), het bovenbeen (femur)
en de knieschijf (patella). Dit is het botstukje aan de voorzijde van de
knie, dat in de pees van de grote quadricepsspier (M. quadriceps) zit.
De M. quadriceps loopt aan de voorzijde van het bovenbeen (femur) naar
het onderbeen (tibia).
Deze constructie zorgt ervoor dat je het been kan strekken. De knieschijf
heeft hierbij een soort hefboomwerking waarbij het de kracht van de M.
quadriceps verhoogt.
De onder- en achterkant van de knieschijf is bekleed met kraakbeen. Het
kraakbeen zorgt ervoor dat de knieschijf een glad oppervlak heeft, om bij
beweging gemakkelijk in de speciale groeve op het bovenbeen (femur) te
glijden.
Veel knieklachten ontstaan wanneer het kraakbeen van de knieschijf geïrriteerd
wordt of gaat slijten (degenereren). Dit wordt dan meestal chondromalacie
of chondropathie genoemd. |
 |
 |
OORZAAK
Slijtage hoort bij ouder worden, maar kan daardoor soms wel de oorzaak
zijn van het ontstaan van klachten.
De meest voorkomende oorzaak van knieschijfklachten heeft zijn oorsprong
in hoe de knieschijf beweegt in de groeve van het bovenbeen (patello-femorale
groeve). Dit kunnen we onderverdelen in 3 groepen: |
1) Dysbalans in de spieren van de M. quadriceps
2) Dysbalans door een afwijkende bot-/skeletbouw; X-benen en O-benen
3) Dysbalans door afwijkingen in de anatomische aanleg van groeve of knieschijf;
bijv. groeve te ondiep
Bij de eerste twee punten zal de knieschijf een verkeerde trekkracht
ondervinden van de M. quadriceps. Hierdoor wordt de knieschijf meer naar
een van de twee zijden getrokken. Meestal is dit naar de buitenzijde, waar
op het kraakbeen meer druk zal ontstaan, hetgeen kan lijden tot irritatie
dan wel slijtage. In elk geval “spoort” de knieschijf niet meer goed in
de groeve.
KLACHTEN
Typerend voor mensen met patello-femorale klachten is de pijn bij bergaf
en trapaf lopen, of die knie lang in een gebogen positie houden (lange
autoritten). Soms kun je de knie horen “knarsen” bij het traplopen of dat
de knieschijf klikt wanneer deze gebogen wordt. Dit komt doordat de ruwe
kraakbeen oppervlakten van de knieschijf en de groeve op het femur tegen
elkaar schuren.
Het kniegewricht kan op deze irritatie reageren met zwelling en ontstekingsverschijnselen. |
 |
 |
|
PODOTHERAPIE
Een podotherapeut kan tijdens het onderzoek de stand en afwikkeling van
de voet, enkel en knie controleren. Wanneer tijdens het lopen de enkel
te veel naar binnen knikt (overproneert) heeft dit effect op de knie. De
knie zal daardoor meer naar binnen draaien (endoroteren), hierbij wordt
de knieschijf meer naar buiten getrokken en zal tegen de buitenrand van
de patello-femorale groeve aan gaan lopen. Dit geeft pijnklachten en op
de lange duur mogelijk slijtage van de knie. Ook overdreven naar buiten
lopen (supineren) kan dit soort klachten veroorzaken.
De podotherapeut kan dan de voetstand of voetafwikkeling corrigeren met
behulp van podotherapeutische zolen of u een juist schoenadvies geven.
Vaak werkt de podotherapeut bij deze klachten samen met de fysiotherapeut
die de bovenbeenspieren (M. quadriceps) zal trainen. |
|